Aurora Scholen realiseert masterplan scholenbouw

Investering van 450 miljoen in 38 nieuwe scholen

Het groeiend aantal inwoners in Vlaanderen - tussen 2000 en 2023 groeide de bevolking met 14% - zorgt voor druk op de bestaande (school)infrastructuur. Om de nood aan bijkomende schoolcapaciteit te lenigen, besliste de Vlaamse Overheid om het Masterplan Scholenbouw te lanceren. De volgende jaren worden 38 nieuwe scholen gebouwd, een investering van zo’n 450 miljoen euro. Aurora Scholen, een consortium van de investeerders EPICo en Rebel met de aannemers Democo en Van Roey, zal een groot deel daarvan voor zijn rekening nemen.

Het Masterplan Scholenbouw wordt gerealiseerd via een publiek-private samenwerking (PPS). Voor het programma werd in september 2016 het startschot gegeven door de Vlaamse regering. Toenmalig Vlaams minister van onderwijs Hilde Crevits lanceerde daarna een oproep aan de inrichtende machten voor de bouw van nieuwe scholen in Vlaanderen en het Brussels Gewest. Uiteindelijk werd een bouwprogramma opgezet voor 38 scholen, gegroepeerd in 12 clusters, een investering van zo’n 450 miljoen euro. Aurora Scholen werd als enige consortium voor alle 12 clusters, die de 3 onderwijsnetten omvatten, geselecteerd .

DBFM-formule
Het consortium gaat voor het GO!-onderwijsnet van de Vlaamse Gemeenschap van start met een eerste cluster met 7 scholen. Aurora Scholen is ook voorkeursbieder voor de tweede cluster van GO! (8 scholen) én voor een cluster van het Stedelijk Onderwijs in Gent & Ninove (3 scholen). De scholen worden gebouwd volgens de DBFM-formule: Aurora Scholen staat in voor het ontwerp (Design), de bouw (Build), de financiering (Finance) en het 30-jarig onderhoud (Maintain) van de schoolgebouwen. De vennootschap stelt de gebouwen 30 jaar ter beschikking aan de schoolbesturen tegen een beschikbaarheidsvergoeding. Het technisch en bouwkundig onderhoud is al die tijd in handen van Demtec Services en Van Roey Services. Het immense bouwproject zal gedurende verschillende jaren werk garanderen voor heel wat mensen in de bouwsector. De nieuwe scholen zullen energiezuinig zijn en beantwoorden aan de strengste normen in de sector.

Voordelige formule
Luc Van Rooijen, fund manager bij EPICo: “De modernisering van de onderwijsinfrastructuur is cruciaal, en de keuze voor een publiek-private samenwerking volgens de DBFM-formule is een ideale manier om die uitdaging aan te pakken. Met zo’n formule wordt van bij het ontwerp ook al rekening gehouden met de bouw én het onderhoud van de gebouwen, wat tot een veel efficiënter proces leidt dan die apart te ontwikkelen. Wij zijn blij dat we samen met onze partners op die manier de noodzakelijke infrastructuur kunnen realiseren.”

Steven Steppe, director bij Rebel vult aan: “Ook de verdeling in clusters is voordelig voor de scholen en de betrokken onderwijsnetten. De groepering van verschillende scholenbouwprojecten maakt immers de gezamenlijke financiering mogelijk, wat tot schaalvoordelen en efficiëntiewinsten leidt inzake financiering . Wij zijn trots dat we met die slimme financieringsoplossing kunnen bijdragen aan de noodzakelijke modernisering van de onderwijsinfrastructuur in Vlaanderen.”

“Dat ook het onderhoud van de schoolgebouwen voor een periode van 30 jaar wordt meegenomen, is een belangrijk onderdeel van het programma en een bijkomende troef van de gekozen formule.” aldus Frederik Bijnens, algemeen directeur van Democo. “Schade zal meteen worden hersteld waardoor oudercomités of scholenraden geen pensenkermissen meer moeten organiseren om het herstel ervan te financieren. Met die activiteiten kunnen ze voortaan voluit de schoolwerking of het pedagogische concept ondersteunen. Over het onderhoud van de school of de financiering ervan hoeven ze niet langer wakker te liggen.”

Bram Vandenboom, algemeen directeur Van Roey besluit: “Doordat we als projectteam ook instaan voor het onderhoud gedurende 30 jaar, houden we van bij het ontwerp al rekening met de totale kost over de volledige levenscyclus van het gebouw (TCO, total cost of ownership). We kiezen voor kwaliteitsvolle materialen en duurzame verwarming en koeling met warmtepompen. De mogelijk hogere investeringskost wordt terugverdiend doordat de gekozen oplossingen van hoge kwaliteit zijn.”